Monday, April 10, 2000

De bewoonde vrouw – Giocondo Belli

De dood is een onverbreekbaar deel van het leven. En soms is de dood ook een gift aan het leven, een noodzakelijk offer om het leven zijn waarde terug te geven die het ontnomen was door de ‘waarde-lozen,’ zij die alle integriteit en zin voor rechtvaardigheid verloren hebben. Latijns-Amerika is nog steeds een voortdurend strijdtoneel van individuen en groepen die trachten een menswaardig alternatief te vinden voor het lijden van de ontelbare volksmassa’s. Het is deze smeltkroes van volkeren, deze erfenis van de conquistadores, die nog steeds zucht onder het gewicht van een met tragiek beladen geschiedenis. Latijns-Amerikaanse schrijvers hebben altijd getracht het raadsel van hun continent bloot te leggen. Octavio Paz, de Mexicaanse dichter deed dat op grootse wijze vanuit een uitgesproken poëtische optiek. Gioconda Belli, de Nicaraguaanse schrijfster die met haar boek “Dansen op de vulkaan” wereldwijd bijval oogstte, doet dat op haar manier met meeslepend en passioneel proza.

‘De bewoonde vrouw’ is een boek dat je vastgrijpt en meesleurt als in een mystieke rondedans waar de oude Indiaanse wortels uit hun onderhuids bestaan breken. Op de toon en het ritme van een hedendaags roert zich plots de geest van een verre voorouder in het onderbewustzijn van een jonge vrouw. Ze weeft haar oude gedachten langzaam en innemend – de lang vervlogen geschiedenis van een Indiaans verzetheld uit de tijd van de conquista vindt zijn weg naar de huidige wereld om te besluiten dat er nog niet veel veranderd is.
Lavinia, de bewoonde vrouw, maakt het proces van haar bewustwording door als een levend persoon met alle beperkingen en mogelijkheden die erbij horen. Het is geen eenvoudige opdracht die haar wordt opgedragen - de noodzaak is een harde leerschool en noodgedwongen moet ze van haar makkelijke inhoudsloze leventje afzien om te kiezen voor het échte leven. Daarbij het uiteindelijke doel indachtig, zijnde gerechtigheid.
Wie wil kan in dit boek een onmiskenbare sympathie voor de Sandinisten van Nicaragua herkennen maar de draagwijdte van het verhaal loopt van Baja California in Noord-Mexico tot Vuurland in het uiterste zuiden van het continent.
Even goed kan je het laten gebeuren dat ‘De Bewoonde Vrouw’ je binnen de kortste keren opslokt en meeneemt naar onzekere einders waarbij de reis belangrijker is dan het eindpunt (dat laatste is daarom niet minder dramatisch). Aan de toog van een Antilliaanse kroeg kon ondergetekende zelf ondervinden hoe, terwijl mensen op de tafel dansten, met de laatste bladzijde om te slaan de resten van een hete nacht oplosten in het vroege zonlicht.

Lees verder...

Wednesday, March 01, 2000

De geest van Koning Leopold II, en de plundering van de Congo; Adam Hochschild

De moslim filosoof Ibn Chaldoen schreef het reeds in de 14e eeuw: “Zij die veroverd zijn, willen de veroveraars altijd nabootsen in zijn voornaamste kenmerken – in zijn kleding, zijn ambachten en in al zijn onderscheidende eigenheden en gebruiken.” Hochschild eindigt zijn boek met de parallel tussen Mobutu en de ‘zwarte koning’ Leopold II, meer dan een eeuw vroeger. De eerste, Afrikaans dictator eerste klasse, werd op de troon geholpen door het postkoloniale België, de V.S. en de Verenigde Naties. Die historische putsch ging ten koste van legitiem verkozen leider Patrice Lumumba en van het Kongolese volk. Op het hoogtepunt van zijn macht schafte Mobutu zich een protserige villa aan, nota bene vlak bij de villa die Leopold bouwde aan de Franse Côte d’Azur. Op dat ogenblik was hij één van de rijkste mensen ter wereld (ook net als de Belgische koning eertijds) met een geschat vermogen van 4 miljard dollar.

In de categorie ‘reisboeken’ is “De geest van Leopold II” een bijzonder spannende reis door een onbekend stuk vaderlandse en Kongolese geschiedenis. Het toneel is, naast het ‘donkere’ binnenland van Kongo, de klassieke Atlantische driehoek - meer dan 50 jaar nadat de slavernij in de meeste kolonies officieel werd afgeschaft. Orgelpunt in die driehoek is Brussel, waar een gefrustreerde koning zich zelf al jaren zat op te geilen met dromen van een kolonie waar hij zijn machtswellust kon botvieren. Zijn ambities worden bezegeld in de conferentie van Berlijn in 1885 waar het Afrikaanse continent vakkundig werd verdeeld onder de Europese koloniale machten, in afwezigheid van ook maar één Afrikaan. Wanneer jaren later ene E.D. Morel, een Engelsman die voor een reder werkt, in de haven van Antwerpen een merkwaardige vaststelling doet, gaat een bal aan het rollen die zal uitgroeien tot de eerste grote mensenrechtencampagne van deze eeuw. In deze campagne speelden verschillende Afro-Amerikanen uit de V.S. een belangrijke rol, Washington was overigens één van de hoofdsteden waar Leopold de meeste moeite mee had om ze te overtuigen van zijn zg. goede bedoelingen met Kongo.
Morel had opgemerkt hoe er van Kongo alleen maar tonnen rubber en andere grondstoffen binnen kwamen, nooit gingen er andere goederen terug in de plaats. Nu was Morel een overtuigd voorstander van vrije handel onder de volkeren. “Ten tijde van de Congo-controverse honderd jaar geleden vormde de idee van volledige politieke, sociale en economische mensenrechten een ernstige bedreiging voor de gevestigde orde van de meeste landen op aarde. En dat is vandaag de dag nog steeds zo.” Dat laatste zinnetje is zeer belangrijk. Want daarmee trekt de auteur de lijn door, recht vanuit de donkere 19e eeuw met zijn vreselijke mistoestanden, die de basis vormen voor veel problemen vandaag. Vooral in Afrika.
En dan deze bewonderenswaardige man, deze Edmund Dene Morel is de geestelijke vader van het gedachtegoed dat meer dan een halve eeuw later zou leiden tot de oprichting van organisaties zoals Amnesty International. 100 jaar geleden reeds belichaamde hij het menselijk geweten en vermogen tot gerechtvaardigde verontwaardiging die aan de basis liggen van dat gedachtegoed.
Over het monster zelf, de zwarte prins die zijn eigen land, het onbeduidende koninkrijk België diep minachtte, zijn dochters verstootte en wiens hebzucht geen grenzen kende, kan je alleen maar verbijstering voelen. Alle paleizen die hij bouwde, een groot deel van het monumentale Brussel dat we nu kennen en zijn plannen voor een oprijlaan van Laken naar ‘zijn’ pompeuze badstad Oostende, ja, de koninklijke serres zelf. Dat alles is gebouwd op de rug van miljoenen rubberslaven die als kanonnenvlees figureerden in één van de belangrijkste misdaden in de geschiedenis van de mensheid. Eén van Leopold’s uitvoerders was Léon Rom, een ongemeen wreed figuur die hoogstwaarschijnlijk model stond voor de moordzuchtige Kurtz uit “Heart of Darkness” van Joseph Conrad één van de Afro-Amerikanen die in Congo terechtkwamen. Dit boek was en is nog steeds één van de vernietigendste aanklachten tegen het imperialisme in de gehele literatuur. De hallucinante figuur van Kurtz werd veel later gebruikt door Francis Ford Coppola in “Apocalypse Now.” Of hoe een historisch Belgisch kolonel hoofdpersoon kan worden in een film over Vietnam. De wreedheden waren en zijn nog steeds dezelfde. God zij dank zijn er mensen zoals E.D. Morel en de anderen. En gelukkig zijn er schrijvers die hun verhaal steeds opnieuw vertellen en de geschiedenis hun ware gelaat laten zien. Zoals Adam Hochschild. En zoals Ludo de Witte recent met de moord op Patrice Lumumba. Beide boeken zouden verplichte kost moeten zijn in elke Belgische klas geschiedenis.
De eerste vraag die opkomt na het lezen: wanneer gaat dit land zijn verontschuldigingen eens aanbieden aan het Kongolese volk?

Uitg. Meulenhof, Kritak

Lees verder...