Friday, March 14, 2008

Lach niet vrouw - om te lezen met gebalde handen

Afghaanse vrouwen leiden een weinig benijdenswaardig leven. De bevrijding van de fundamentalistische Taliban eind 2001 betekende een opflakkering van hoop voor de geteisterde bevolking. De verwachtingen werden echter niet ingelost. De centrale regering is op drijfzand gebouwd. Ze heeft geen macht over de regionale bestuurders die zich als vanouds als onafhankelijke krijgsheren opstellen. Ze verrijken zichzelf en onderdrukken de bevolking. Het is in die context dat Jennie Vanlerberghe, journaliste en vrouwenrechtenactiviste in 2002 arriveert in Kaboel.

Om het nog moeilijker te maken, aanhangers van het voormalige Taliban-regime blijven intussen ook strijden tegen de aanwezigheid van 'ongelovigen' in Afghanistan. Met aanslagen en terreurdaden proberen ze het bewind van Hamid Karzai, die zij als een marionet beschouwen, te destabiliseren. Ze opereren vanuit het Pakistaanse grensgebied. De invloed van de internationale vredesmacht, de ISAF, reikt nauwelijks tot voorbij de grenzen van de hoofdstad Kaboel. De Afghanen willen het mandaat van de ISAF naar de provincies uitbreiden, maar de Westerse coalitie weigert dit voorlopig op financiële en logistieke gronden. Voor de gewone Afghaan blijven het bijgevolg precaire tijden. Voor de Afghaanse vrouwen op het platteland is bovenop hun dagelijkse vernederingen en onderdrukking de extreme onveiligheid gekomen. Kortom, er zijn weinig plekken op de wereld waar vrouwen er slechter aan toe zijn dan in Afghanistan.

Samen met een franse vriendin en een Afghaanse vluchtelinge die in Frankrijk woont wil Jennie Vanlerberghe een vrouwencentrum oprichten in Istalif, een provinciestad op zo’n anderhalf uur rijden van Kaboel. Met veel moeite en volharding slagen ze in hun opzet. Het wordt een huis waar vrouwen les kunnen volgen, waar ze de noodzakelijke medische hulp vinden die in hun gewone leven totaal afwezig is. Daarnaast zetten ze een naaiatelier op en een verkoopskanaal met de ambitie een min of meer stabiel inkomen te creëren voor de vrouwen.

“Lach niet, Khanoun” is het verhaal van de totstandkoming van het vrouwenhuis en de vaak moeizame strijd voor aanvaarding in een uiterst patriarchale samenleving. Vanlerberghe is een doordouwer. Haar woede over de toestand maakt dat ze de neiging heeft het geslacht dat verantwoordelijk is voor de ellende van de vrouwen te negeren tenzij het niet anders kan. Wanneer ze in de Shora (raad van oudsten) van Istalif vraagt waarom het vrouwenhuis geen steun krijgt van hen krijgt ze als antwoord: “we weten niet zo goed wat daar gebeurt.” Enkele hoofdstukken later: “veel mannen in Istalif zijn nu heel jaloers op hun vrouw. Ze worden allemaal slimmer dan hun man.” Waarop Vanlerberghe zelf concludeert: “een waarheid die ons problemen geeft en zal geven.” En dan nog verder: “Meisjes en vrouwen gaan flink vooruit. De mannen blijven ter plaatse trappelen. Dat we daar iets aan moeten doen, zal nog duidelijk worden.”
Maar Vanlerberghe en haar medestanders zijn niet te beroerd om de effectiviteit van hun project te laten voorgaan op hun gerechtvaardigde verontwaardiging en dat siert hen. Vanaf het najaar van 2006 worden ook een aantal mannen- en familieprojecten uitgevoerd. De welwillendheid van de mannen in Istalif voer er wel bij.

Maar waarom werkt de nieuwe regering nu eigenlijk niet? Waarom neemt de invloed van de Taliban opnieuw toe? Waarom blijft de algemene situatie van de vrouwen achteruit gaat in Afghanistan? Voor een antwoord op deze vragen ben je met dit boek niet veel.
Dit is wel een boek om met gebalde handen en knarsende tanden te lezen. Het is dan ook moeilijk onbewogen te blijven bij de talrijke aangrijpende passages met mensonterende situaties.

Lach niet, Khanoun – Vrouwenhuis in Afghanistan (Jennie Vanlerberghe)
Roularta Books – isbn 978 90 5466 823 7

Lees verder...

No comments: