Wederom een mooi verhaal van Gioconda Belli. En bovendien één waarmee je een belangrijk hoofdstuk van de (revolutionaire) geschiedenis van Latijns-Amerika mee hebt. Ik kocht het boek op de boekenbeurs op de stand van Amnesty International, deels om die organisatie te steunen, maar vooral omwille van de herinnering aan één van de betere leeservaringen uit mijn leven, nl. dat van de "bewoonde vrouw." Haar eerste roman, die vele prijzen kreeg, is als je eerste treinrit door een spectaculair tropisch landschap waarbij de vochtige wind je warm in het gezicht waait.
Dit boek is van een zelfde kaliber, hoe kan het ook anders voor een schrijfster die een belangrijke rol speelde in de Nicaraguaanse revolutie en die haar mandaat in de revolutionaire regering opzij zette omdat ze moest toegeven aan de innerlijke drang om te schrijven. Toegegeven: sommigen zullen haar stijl wat gezwollen vinden. Als je de Latijns-Amerikaanse traditie een beetje kent en weet te appreciëren kan je alleen maar genieten van de wervelwind van emoties, de opstoot van verontwaardiging bij het onrecht, het meegesleurd worden in het eeuwige verhaal van de vaart der volkeren.
Tot zover de inleiding. Want er valt nog wel wat meer te vertellen. Het zou voor iemand met de positie van Gioconda Belli eenvoudig geweest zijn om een triomfalistisch discours te bedrijven over de Sandinistische revolutie. En misschien had ze dat ook wel gedaan als het boek half de jaren '80 van de vorige eeuw was geschreven. Ondertussen is de droom vervlogen en is het kleine getormenteerde land weer het armste van het continent. De revolutie is verpletterd en uiteengevallen, deels door de zware voet van Uncle Sam en deels door het onvermogen van de Sandinistische leiding om haar project via maatschappelijke consensus te laten totstandkomen. Naar het einde van het boek toe schrijft Belli dat, ondanks alles, één van de verwezenlijkingen van de Sandinisten de eerste vrije verkiezingen van 1990 zijn. De revolutionairen van weleer verloren die weliswaar, maar ze gaven dat grootmoedig toe en borgen de wapens voor goed op. De verarmde bevolking droeg het Sandinisme berustend ten grave in de hoop dat de oorlogsellende nu eindelijk achter de rug was. En ja, de V.S. trok zich terug, de contra's stopten hun moorddadige geweld, Nicarugua leek op de goede weg. Als je nu door het land reist dan zie je echter alleen onbeschrijfelijke armoede en een hoofdstad die er nog steeds geamputeerd bij ligt na een aardbeving van ondertussen meer dan 30 jaar geleden (in 1972 werd het centrum van de stad weggevaagd).
De verdienste van dit boek is dat het ook de fouten beschrijft die gemaakt werden, en dat allemaal aan de hand van een levensverhaal dat er overal midden in stond. Belli was van het prille begin betrokken bij het jarenlange groeiproces van het Sandinisme, de vele pogingen om de dictatuur van Somosa onderuit te halen. Ze
was erbij toen de overwinning werd gevierd. Ze ervaarde aan de lijve wat het is om een nieuw staatsbestel van de grond op te bouwen. Ze ontmoette Fidel Castro en de legendarische Vietnamese generaal Vo Nguyen Giap die de laatste slag tegen de Noord-Amerikanen won. Ze sprak met, hoe kan het ook anders, Gabriël Garcia Marques en met een hele reeks linkse ikonen uit de beweging van de -toenmalige- ongebonden landen.
En ondertussen kreeg ze 3 kinderen en versleet ze vier mannen die elk een heel verschillende verhouding met haar hadden. Ze is bijna 40 als ze de liefde van haar leven ontmoet, de man bij wie ze eindelijk rust vind, nota bene een Gringo.
Zo'n leven kan enkel een opeenstapeling van moeilijkheden zijn. En dat is het ook, maar dan één waar de mooie en de tragische momenten aan hetzelfde zeel trekken. Een verhaal dat de persoonlijke twijfels en de fouten niet uit de weg gaat en dat precies daarom zo'n juiste titel heeft: "de verdediging van de liefde."
Monday, November 14, 2005
De verdediging van de liefde - Gioconda Belli
Trefwoorden Boek, Geschiedenis, Latijns-Amerika
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment