Ik kreeg vandaag het boek "Hoe wordt ik wereldreiziger?" in handen. Het was een teleurstelling. Ik werd er zelfs een beetje triest van. Het boek blinkt namelijk uit in de totale afwezigheid van enige verwijzing naar de verantwoordelijkheid van de reiziger. Als je dit boek uit hebt kan je alleen maar overtuigd zijn van de absolute vrijblijvendheid van het reizen. Volgens dit boek ik reizen een puur individuele aangelegenheid waarop enkel het particuliere belang van de reiziger(s) belangrijk is. Een achterhaalde en trieste visie en toch wel vreemd voor iemand (samensteller Marcel Gansevoort) die zelf zoveel gereisd heeft. Helaas ook een bewijs dat veel reizen helemaal geen garantie is voor enige persoonlijke verrijking of het opbloeien van nieuwe inzichten, zoals in het boek wel door diverse mensen beweerd wordt.
Op bladzijde 15 staat al meteen één van de eerste dooddoeners: "de moderne reiziger ontdekt geen continenten meer, maar vooral zichzelf." Misschien is dat net het grootste probleem: dat de reiziger alleen met zichzelf bezig is. Bovendien: hij of zij mag dan nog denken dat ze zichzelf 'ontdekken,' in de praktijk leren ze hoogstens enkele van hun fysieke en mentale grenzen kennen. Ken je jezelf dan wanneer je weet dat je moet kokhalzen van vieze toiletten of angst hebt van grote hoogten? Natuurlijk niet. Jezelf leren kennen doe je thuis, in je eigen omgeving, door interactie met anderen binnen bekende culturele patronen. Wie op reis vertrekt met de illusie van zelfontdekking reist niet met open vizier en vormt eerder een last voor de omgeving. Je kan onmogelijk oprecht geïnteresseerd zijn in de rest van de wereld wanneer die slechts het decor vormt voor je eigen zelfontplooiing. Hier is dan ook het fundamentele probleem met dit boek: het gaat alleen om het individuele verlangen naar zelfvervulling van de 'wereldreiziger.' Dat de persoon in kwestie zowel zichzelf, het milieu en alle anderen een grote dienst zou bewijzen door gewoon thuis te blijven wordt in dit boek zedig verzwegen.Nochtans geeft Ton Van Egmond, sociaal psycholoog en docent duurzaam toerisme, enkele aanduidingen in zijn voorwoord: "over het algemeen gaat het om vluchtige ervaringen. Tijdens een verre reis bespreken mensen al waar de volgende reis heengaat. Thuis zijn ze alles snel weer kwijt." In dezelfde paragraaf schrijft ie: "reizen heeft een enorme impact." Klopt, denk je dan. Maar Ton Van Egmond heeft het dan wel over de impact op de reiziger en niet waarover hij het zou moeten hebben nl. de mensen van de ontvangende landen en het milieu zowel daar als hier bij ons.
Momenteel is het internationale toerisme reeds verantwoordelijk voor 5% van de globale CO2 uitstoot. Het zou heel wat helpen als toeristen (of reizigers, want dat is hetzelfde, wat doorwinterde globetrotters ook mogen beweren) wat meer voor duurzame vervoermiddelen zouden kiezen en hun reisgedrag wat beter zouden plannen. Bijvoorbeeld: beperk je vluchten tot de grote afstanden, gebruik waar mogelijk het openbaar vervoer over de grond en beperk je actieradius ter plaatse. Een ander feit: in 2006 werd 733 miljard dollar verdiend aan toerisme. In de armlastige landen van het zuiden vloeide het overgrote deel van de inkomsten terug naar het Westen. Wat je daaraan kan doen als bewuste reiziger? Ervoor zorgen dat zoveel mogelijk van je geld in de lokale economie gaat. Ook al is het comfort wat minder in lokale horeca, je krijgt er onbetaalbaar meer waardevol menselijk contact mee. Tenslotte: toerisme is een verkregen voorrecht van de Westerse middenklasse. In de rest van de wereld kan enkel de elite reizen. Voor de grootste massa van de gewone mensen die je als reiziger tegenkomt is reizen een verre droom. Migranten die met veel moeite en vaak grote investeringen van heel hun familie naar ons toe komen maken geen vrijblijvende reis zoals wij dat doen wanneer we ‘de wereld gaan ontdekken.’ Het zou goed zijn als mensen daar voor hun vertrek op gewezen werd. In “Hoe word ik wereldreiziger” echter geen woord over dit soort wetenswaardigheden. Het is nochtans mogelijk om je reizen een duurzamer karakter te geven. Maar neen: enkel een lijstje met weetjes in de sectie "wel of geen wereldreiziger" waar je bepaald mistroostig van wordt.
Waarom dit gebrek aan engagement in "Hoe word ik wereldreiziger?" Schrik om de consument voor het hoofd te stoten, of om als wereldverbeterend en dus saai afgeschilderd te worden? Alsof we daar niet lang voorbij zijn. Alsof het ook niet hip kan zijn om met je verstand en je hart op dezelfde golflengte leven. Overigens doet zelfs Lonely Planet moeite om zich een duurzamer imago aan te meten door in hun gidsen reizigers te wijzen op hun verantwoordelijkheden.
“Hoe word ik wereldreiziger” van Marcel Gansevoort (Lannoo, 2007)
Lees verder...